Bijzonder België - De Spichtenbergtunnel

De Spichtenbergtunnel
Klik op het icoon om in te zoomen op de locatie van "De Spichtenbergtunnel"
Wie hoog vanuit de lucht een blik werpt op het gebied gelegen op een kleine twee kilometer ten noord-oosten van de stad Ronse zal misschien bemerken dat er, ongeveer ter hoogte van het dorpje Louise-Marie, een plotse onderbreking lijkt te zijn in het spoortraject tussen Oudenaarde en Ronse. In de plaats van sporen ziet men er immers - voornamelijk - een lange, opvallende strook gras.


Een blik op de ruime omgeving van Ronse. Omcirkeld: de plotse "onderbreking" van het spoortraject tussen Oudenaarde en Ronse.  Beeld: Google



Het besproken spoortraject. Centraal in beeld de schijnbare onderbreking.  Beeld: Google


Een meer aandachtige kijk doet echter opmerken dat er, aan de noord-westelijke zijde van deze plotse onderbreking, grondgebied Nukerke, een constructie lijkt te bestaan, die de ingang tot een tunnel laat vermoeden. En inderdaad, aan het andere (zuid-oostelijke) uiteinde van de onderbreking, grondgebied Ronse, ziet men een gelijkaardige constructie.


Aan beide smalle zijden van de rechthoek bemerkt men - nauwelijks zichtbaar van bovenaf - een constructie.  Beeld: Google


Het gaat hier om de spoorwegtunnel van Louise-Marie, ook wel de "Spichtenbergtunnel" genoemd. Hoewel deze tunnel in België bij het grote publiek zo goed als volledig onbekend is, kan men toch spreken van een bijzonder bouwwerk.


De Spichtenbergtunnel. 


De Spichtenbergtunnel, een bakstenen boogtunnel met boogstenen in natuursteen, 414 meter lang, is één van het bijzonder kleine aantal spoorwegtunnels dat Vlaanderen rijk is. De tunnel, gebouwd in de negentiende eeuw, tussen 1857 en 1861, moest de nieuwe treinverbinding tussen de textielsteden Gent en Ronse (lijn 86: De Pinte - Basècles-Carrières) toelaten om de hoofdkam van de Vlaamse Ardennen te passeren.

In 1918, op het einde van de Eerste Wereldoorlog, werd de Spichtenbergtunnel door terugtrekkende Duitse troepen opgeblazen. De herstellingen werden snel uitgevoerd om het drukke spoorverkeer in de regio te herstellen.

Op het einde van de Tweede Wereldoorlog, in augustus 1944, werd er bij de tunnel een sabotage-actie ondernomen. Een locomotief kantelde hierbij, en maakte het gebruik van de tunnel onmogelijk. Het zou tot na de bevrijding duren vooraleer de tunnel door de Engelsen kon worden vrijgemaakt.

In 1966 werd het spoorverkeer gedurende ruim een jaar verstoord ten gevolge van een aardverschuiving op de Spichtenberg, die tot op de spoorbedding gleed.

Opmerkelijk: Tijdens de nacht van 22 op 23 december 1940 gebruikte Adolf Hitler de Spichtenbergtunnel als beschutting. En in 1942 verbleef de pantsertrein van Hermann Göring gedurende drie dagen en nachten in de tunnel, bescherming zoekend tegen de toenemende geallieerde bombardementen. De omgeving was er toen nog wildrijk, en naar het schijnt ontbrak het er ondertussen de Duitse officieren, die op jacht gingen, zeker niet aan comfort en vermaak.
Naar boven